donderdag 11 oktober 2012

koeien drijven



Koeien drijven in de Dintelse Gorzen


De Dintelse Gorzen is een natuurgebied van ruim 500 ha. en ligt in zuid-west Brabant, nabij Steenbergen aan het Volkerak. Dit gebied is na de afsluiting van de Philipsdam droog komen te liggen. Eb en vloed verdwenen en in de voormalige hoge schorren en lager gelegen slikken kwam nieuwe, unieke natuur terug. De bodem in het natuurgebied is afwisselend zoet en zout en dit levert veelzijdige begroeiing op. In de lage slikken vind je nog altijd zoutminnende zeekraal en lamsoor. In de vroegere schorren vind je wilgen, vlier en duinriet.
Het is een ruige vegetatie en de groei wordt in toom gehouden door zo’n  70 Shetland pony’s en ongeveer 200 schotse Hooglanders, die daar in het wild leven en grazen.
Het welzijn van deze dieren moet echter wel begeleid worden door ons mensen. Om inteelt te voorkomen worden jaarlijks de jonge stieren verwijderd, of gecastreerd, en worden alle dieren ge-ent en ontwormd. Dit gebeurt in het najaar. Deze dieren zijn alleen te vangen met behulp van mensen te paard, die het vee bijeen drijven en daar ga ik dit jaar ook aan meedoen. Het lijkt me geweldig om door deze natuur vrij te mogen bewegen en natuurlijk ook een uitdaging om mee te doen aan het koeien drijven met mijn, ooit voor dit werk getrainde, paard Juan.
Ik ga mee met Raph, die in de buurt woont en zulke klussen al eerder gedaan heeft. De verwachting is dat we hier wel het hele weekend mee bezig zijn.
Omdat we zaterdagmorgen vroeg beginnen, meld ik me vrijdagmiddag bij Raph thuis, waar ik dan ook logeer.
In de regen vertrekken we zaterdagochtend rond negen uur richting de Gorzen. Ramon en Mike gaan ook mee. Beiden ken ik al van eerdere ritten.
Bij de Gorzen voegen we ons bij nog eens 11 mannen/vrouwen. Bijna iedereen met een Quarterhorse. Volgens mij komen ze uit Dordrecht. Natuurlijk is onze enige echte Nederlandse Cowboy, Suus, ook aanwezig en is, samen met Rikkert, de oppercowboy en zij zetten een beetje de lijnen uit voor vandaag. 
Dat is goed, want je moet wel een plan hebben en af en toe gestuurd worden, anders gaat het niet lukken.

De Gorzen is een buitendijks gebied. Aan 2 zijden zijn er dijken, 1 zijde de Dintel en nog een zijde aan het Volkerak. We gaan de koeien vanaf de waterzijdes richting oostelijk gelegen dijk drijven en vandaar uit langs de dijk naar de hoek waar de veekraal ligt. Dit is een redelijk goed begaanbare en overzichtelijke strook land.  Een voordeel met het drijven is dat er langs de dijk een afrastering is, zodat die kant afgedekt is.
In de hoek van de Dintel en het Volkerak aan de westkant, heb je een ruig en soms moeilijk begaanbaar gebied met dichte bossages en watertjes en aan de noordkant de uitgestrekte vlakke slikken, begroeit met een soort helmgras.
De koeien leven niet in 1 grote kudde, maar verdelen zich in kleine groepen. Dat is dus zoeken geblazen.
We beginnen in het moeilijkste gedeelte en gaan eerst de bossen in. We splitsen ons op in kleine groepjes en systeemmatig kammen we het bos uit, maar vinden  daar geen koeien. Op een soort Schiereiland zien we in de verte een kleine kudde lopen en die staat genoteerd en halen we later op.
Wel komt ons, al luid brullend, een Shetland hengst tegemoet en showt ons zijn mannelijkheid en wil wel laten weten wie hier de baas is. Er lopen hier 70 van die Shetlanders (alleen maar hengsten) rond, dus dat beloofd nog wat. Calimero blijkt nauwelijks indruk te maken op onze paarden. Eerlijk gezegd ben ik wel blij dat ik er veilig op zit, want ik vertrouw dat zwarte monstertje voor geen cent. Dit mannetje zal de rest van het weekend de hele tijd met ons optrekken.  Een hengstige merrie vindt ie wel interessant.
Gelukkig is het ondertussen opgehouden met regenen en klaart het weer op en dat maakt het toch wel een stuk aangenamer.
Na een klein uurtje komen we de eerste koeien tegen als we het bos verlaten. Tussen het bos en de oostelijke dijk is een brede open strook van, ik schat zo’n 500 meter en daar lopen heel verspreid verschillende groepjes koeien. De positie is gunstig. We houden ruim afstand, om ze niet af te schrikken en wachten tot iedereen er weer is en positie heeft, voordat we gaan drijven. Dat duurt ongeveer 20 minuten en dan rukken we langzaam op. We doen alles stapvoets, want als de koeien gaan lopen rennen raak je de controle kwijt en dikke kans dat ze ontsnappen. De dik begroeide bodem is zeer ongelijk, met greppels en kuilen, dus dat nodigt ook niet uit om eens lekker te gaan galoperen. We rijden over de oude zeebodem en de oude watergeulen zijn nog duidelijk zichtbaar. Wel ontzettend mooi en vooral heel puur. Dik genieten dus.
De, bij elkaar gedreven, kleine groepjes vormen langzaam aan een kudde van zo’n 40-50 runderen en zo sjokken we voorbeeldig richting veekraal die nog zo’n 2 km verderop ligt. Om je heen hoor je de cowboys ’ yeahh, move on,  go on’  roepen en de gauchos doen het met ‘vamos’.  Die koeien snappen het allemaal. Ik zwaai af en toe ook maar eens flink met mijn rebenque en dat werkt ook wel.
Je krijgt de neiging om het tempo op te schroeven en de koeien wat meer onder druk te zetten, maar Suus en Rikkert houden het goed in de gaten en fluiten je terug. Het is zaak om een koe voor je te houden en vooral niet voorbij de flank te komen, anders geef je ze kans om onder je door te duiken. Door dat gesjok lijken de koeien zich er in te berusten, maar dat is een valkuil, want ze houden het wel degelijk in de gaten en als er maar een gaatje valt duiken ze daar in. Dat gebeurt toch met regelmaat en moet je zo’n koe ook weer opvangen en terug brengen in de kudde. Dat is ook wel weer het leuke, want dan heb je wat actie. Toch ontsnappen er op deze manier verschillende koeien en als ze eenmaal in het bos zitten, kun je het verder wel even vergeten, als je maar met een paar drijvers bent. We zijn natuurlijk ook nog niet helemaal op elkaar ingespeeld en ook niet allemaal ervaren. Toch gaat het aardig goed en raak ik snel vertrouwd met het drijven.
Het is voor mij de eerste keer, maar de kneepjes van het vak klinken logisch.  Het vluchtgedrag van een koe is niet anders dan dat van een paard. Ik tref het ook met mijn paard, want hij doet gewoon wat ie moet doen en vindt dat koeiengedoe, de normaalste zaak van de wereld en gaat, indien nodig, overal dwars doorheen. Soms moet je over een een ruige vloer galoperen en hou je je hart vast, maar dat gaat allemaal goed.
Voor de veekraal is een omheind stuk wei, met een ruime afsluitbare opening, dat als een fuik is opgebouwd en vandaar uit moeten ze nog door een hek naar een kleine weide. Dat laatste daar hebben ze niet allemaal zin in en daar heb je dan wat stuurmanskunsten nodig om dat voor elkaar te krijgen. Hier laat Ramon zien waar ie is opgegroeid en weet in volle galop een koe, vlak voor de opening, zo om te drukken dat het beest maar 1 kant op kan en dat is door het hek heen. Daar hebben de cowboys wel respect voor en gaucho Ramon ontvangt dat met een grote grijns. Mooie goser.

We gaan vervolgens voor de kudde, die we op het schiereiland gezien hebben. Dit gaat vlekkeloos en na aflevering is het tijd voor een pauze en een hapje eten.
Rapholito had ‘s morgens vroeg bij de warme bakker lekkere worstenbroodjes gehaald en met een biertje erbij en een zonnetje op de kop gaat het helemaal goed.

Na de pauze rijden we naar het verst gelegen deel aan de noordkant. Daar is een uitgestrekte grote vlakte begroeit met een soort goudgeel helmgras. We kunnen helemaal langs de dijk rijden. Dicht langs de dijk is alleen wat gras en dus kunnen we hier een groot stuk in een rustige galop overbruggen. Onderweg stuiten we op de kudde Shet hengsten en daar lopen een hoop macho’s tussen, die hun territorium wel willen verdedigen. Tjonge, wat kunnen die beesten een herrie maken. Ze zijn druk met ons en tussendoor zijn ze ook nog onderling aan het bakkeleien. Ze zijn allemaal zwart en zien er goed uit. D’r lopen aardig gespierde Jerommekes tussen. Al te opdringerige types moet je echt met de rebenque even van je af slaan.
De grote vlakte is schitterend en met de af en toe donkere wolken erboven geeft dit een mooi plaatje. De bodem is mooi vlak en een beetje sompig door de vele regen. Toch kun je hier prima over galoperen. We vinden nog een kudde koeien en brengen die ook naar de veekraal.
Het is al ruim in de middag en de meeste koeien hebben we wel binnen. Er lopen nog een aantal ontsnapte koeien en ongetwijfeld zullen we er nog wel een paar gemist hebben.
We besluiten er voor vandaag mee te kappen en morgen met een groep nog een keer door het gebied te gaan en proberen de rest ook binnen te halen.

De zondag is zo’n typisch mooie herfstdag. Lekkere frisse lucht en een strak blauwe hemel. De groep drijvers is grotendeels van samenstelling veranderd. Ronald, Els, Pauline, Ad en Davey hebben een deel van de open gevallen plaatsen opgevuld. We kunnen noch wat koeien vangen, maar er ontsnappen er toch ook wel weer een aantal.
Ze zitten in het bos en we vinden ze niet zo snel meer terug. Die hebben dan geluk gehad, want daar gaan we verder niet meer achteraan.

We sluiten het weekend af met een drankje en rond 14.00 gaat Juan de trailer in en gaan we huiswaarts.

Het was een schtitterend weekend en ik heb voor 200% genoten van het rijden in deze pure natuur en het koeiendrijven.
Een volgende keer ga ik weer graag mee.

vrijdag 15 juni 2012

Huijbergen 2012

op een mooie pinksterdag.......
Nou, 2012 had er wel 4 en toevallig ook het jaarlijkse Criolloweekend. Nu in Huijbergen, nabij Bergen op Zoom. Volop zomerweer en een grote opkomst.
Brabanders, Friezen, Zeeuwen, Belgen, Duitsers, een paar Hollanders, een Argentijn en een Amerikaanse. De grootste vertegenwoordiging kwam uit de regio Huijbergen en ik heb weer veel nieuwe criollomensen leren kennen. De meesten kende ik al virtueel, maar nu dan live. Iedereen kon elkaar verstaan, of deed in ieder alsof men elkaar verstond. Lichaamstaal doet het dan verder ook wel. Voor mij ook al heel vertrouwde mensen en vond ik het ook leuk dat mijn Argentijnse vriend Marcos , samen met Andy, de lange reis vanuit Munchen gemaakt hadden, om hier te komen rijden. Er waren ook dagjesmensen en zo was de samenstelling elke dag weer anders. Ik schat dat er totaal wel zo’n 35 mensen geweest zijn en doordat sommigen een aantal paarden hadden meegenomen, waren er veel te zien. Allemaal uiteraard mooi en niet alleen maar Criollos. Natuurlijk de Haflinger van Elly, een aantal Quarters en 2 Paso huppeldepup. Er zal verder ook vast nog wel iets van een ander ras hebben meegelopen en natuurlijk de onvermoeibare cattledog ‘Joyce’ van Sacha.
Vrijdag was het eerst installeren voor de mensen van veraf. Allemaal een beetje verspreidt over het dorp. Een groepje op de camping, een groepje in de ‘Kloek’ van Elly, een stelletje in Zomerhuisjes, Marcos en Andy in een hotel en ik had de eer om op de estancia ‘Calle Montaña’ van mijn grote vriend Raf te logeren. De regiogauchos sliepen uiteraard allemaal in hun eigen bed(denk ik).
De basis was het multy culturele centrum “de Kloek” van Elly. Hier ontmoetten we elkaar weer voor het aprės paardrijden.
De eerste rit stond om 16.00 in de planning. De start was nog een beetje rommelig omdat niet helemaal duidelijk was wie er nou al waren, waar iedereen zat en waar te vertrekken. Na wat heen en weer gebel en weer oppikken van mensen is het uiteindelijk allemaal goed gekomen en was de kop eraf en hebben we een mooie rit van zo’n 2-3 uur gemaakt door het voormalige militair oefenterrein. ‘s Avonds heerlijk koud buffet, gemaakt door Elly, borrel en gezelligheid in de Kloek. Rond 24.00 uur ging ieder op zoek naar zijn matje. Connie verheugde zich al oprecht op haar eerste nacht met de blubblubjes van de guppies in de aquariumkamer. Je leert Connie elke keer weer van een heel andere kant kennen. Deze keer het ‘vissevrouwtje’. Ik heb haar, volgens mij, ook al eens in een heuse legertank zien rond scheuren, tijdens een criolloweekend.
Zaterdagmorgen om half 11 verzamelen bij de ponyclub op ‘t Eiland. Omdat een aantal mensen hun uitrusting bij Raf hebben neergelegd, gebeurt het opzadelen ook daar. Dus vanaf half 10 druppelt het daar binnen en hangt er een gezellig sfeer. .
Eigen paard verzorgen en opzadelen. Kijken bij de anderen hoe die het doen, waarom, wat en hoe. Nieuwtjes uitwisselen, advies geven en ontvangen en komt Els met de tondeuse een ronde doen om de paarden nog even te soigneren. Het moet er natuurlijk allemaal puik uitzien. Iedereen is keurig op tijd op ‘t Eiland en gaat er een groep van zo’n 25 man/vrouw op pad richting Bergen op zoom, waar we gaan lunchen bij manege Molenzicht. De tocht gaat via de Borgvlietse duintjes. Hierbij passeren we vliegveld Woensdrecht en badderen nog door een vennetje.Een combinatie van zwavel, zwammen, riool en lijkenlucht komt naar boven als we er doorheen gaan. Stinkt als de hel dus. Spannend watertje, maar wel afkoeling met dit warme weer.
Als we bij manege Molenzicht arriveren, heeft Sandra het terras al schoongeveegd, zodat we kunnen zitten en is bezig een touw te spannen, waar we de paarden aan vast kunnen zetten. Perfect geregeld allemaal. Een kop soep en broodjes wachten ons op. Het is aangenaam zitten daar op een mooi terras in een mooie omgeving en volgens mij stond niemand direct te trappelen om weer te gaan rijden. Zo’n moment dat je niet nee zegt tegen een siesta.Totdat iemand ons opriep voor de groepfoto’s. Probeer maar eens 25 man, en vooral met paard, op 1 foto te krijgen. Ging toch vrij makkelijk en snel. Op de terugweg worden we nog getrakteerd op een ijsje en rond 17.00 uur zijn we weer terug in Huijbergen. Het was een schitterende dag. Iedereen gaat voor een paar uur zijnsweegs. Even rust, lekker douchen, schone kleren aan en dan op naar de BBQ in de Kloek. Nou hebben Nel en Raf een schitterend nieuwe badkamer aangelegd. Een mooie douchecabine met zo’n zelf meedenkende kraan, die bepaald wat warm genoeg is voor de gebruiker. Als gebruiker moet je dus niet in discussie gaan met zo’n kraan en er vooral niet aankomen, want dan word je onmiddelijk afgestraft met ijskoud water en komt het ook niet meer goed de eerste paar dagen. Zo’n kraan weet ook precies wanneer je je kop vol in de shampoo heb gezet. Brrrr dus.
Ook de BBQ is door Elly geheel voorbereid en Marcos pakt de rol van ‘man van de grill’. Dat gedraai met 20 man om zo’n grill, vind ik eerlijk gezegd nooit zo geweldig. Ik vind het dus altijd wel lekker als iemand die rol van grillman pakt en al die stukken vlees braadt.We zitten weer lekker buiten en wederom gezellig. Binnen is, via de beamer, op een groot scherm van 4 x 4 mtr. onze activiteiten van die dag te zien. Hete foto’s dus. Ik had een stick vol foto’s en films van eerdere Criolloweekenden meegenomen, zodat er weer genoeg te zien viel. Is wel mooi op zo’n groot scherm. Zo tegen 12 uur had iedereen wel behoefte aan een bed. Mede door het weer was het een mooie, maar ook vermoeiende dag.
De derde dag rukken we op naar Belgie met als doel te lunchen bij ‘de leeuw van Vlaanderen’ in Zandvliet. Om daar te komen moeten we door grenspark Kalmhoutse heide. Onderweg zig zaggen we regelmatig over de meet tussen Belgie en Nederland. Te herkennen aan de mooie oude cementen zuiltjes die overal staan. Midden in het bos of zomaar ergens langs een weggetje. Het is een mooie en vooral veelzijdige route. Bossen, heide, grote open en heuvelige zandvlaktes met watertjes wisselen elkaar af. Natuurlijk moeten we door water en dat levert weer mooie plaatjes op. Als je die moerassige foto’s ziet is het net Corrientes Argentina, om maar een dwarsstraat te noemen.
De leeuw van Vlaanderen is een mooie tent. Het is een nog bedrijvige boerderij annex kroeg/restaurant, waar Belse Raf het voor het zeggen heeft. Het cafe hangt vol met snuisterijen en een grote zwart-wit foto van koning Boudewijn en vrouw Fabiola. Mooie sfeer. Je kunt er goed eten voor niet al te veel geld en volgens de kaart, biefstuk van eigen koe. Ik ben er al een paar keer eerder geweest met de Huijbergenaren. Op deze zonnige dag is het er stervens druk. Een motorclub van oldtimers heeft ook deze dag uitgekozen om hier aan te leggen. Een hoop herrie en veel blauwe rook. Ook hier weer een touw tussen de bomen, waar we de paarden aan kunnen binden en ook nog een wei, waar ze evt. in mogen. We kunnen op het terras zitten en door de grote drukte hebben we een keuze tussen 3 gerechten. Begrijpelijk om het een beetje werkbaar te houden voor de keuken. Sandra heeft weer het nodige voorbereidende werk gedaan om alles zo vlot mogelijk voor ons te laten verlopen. Die kun je er wel bij hebben, dan komt het allemaal goed. Het duurt even voordat iedereen een bord met eten voor z’n neus heeft, maar daar maakt niemand zich druk om, want het is ook daar weer lekker toeven, dus haast is niet aanwezig. Opnieuw is een groepsfoto, dit maal zonder paarden, het signaal tot actie en aansluitend weer opzadelen en met een omweg weer richting Huijbergen.
‘s Avonds, na de lekkere spareribs en de varkensrollade in champignonssaus, wordt het Marcos zijn moment. Hij had al aangekondigd dat ie, naast 4 paarden, ook muziek mee zou nemen en vanavond sloeg ie z’n slag. Vluchten kon niet meer voor de aanwezige vrouwen. Hij trekt ze er allemaal bij. Eerst shuffelt ie nog netjes op de grond, maar dat verhuist al snel boven op de tafel en het biljart. Door een hartnekkige blessure loopt ie thuis(in het zicht van vrouwlief) rond met krukken, rondom de paarden loopt ie met losse handen te trekkepoten, maar als er vrouwen in het spel zijn, beweegt ie als een jonge god. Uren lang. De Argentijnse blues. Ook Andy wordt er nog even bijgetrokken om een Linedance-je in gang te brengen. Het wordt die avond voor een aantal wat later dan anders.
De vierde en laatste dag is de groep al aardig uitgedund. Ver reizen, andere verplichtingen(pinksteren) en vermoeidheid zijn goede redenen. Ikzelf had voor deze dag ook een slag om de arm gehouden, want Patròn zijn conditie was nou ook nog niet helemaal top, volgens mij. Hij oogde echter nog steeds fris(meer dan ik) dus toch maar weer een zadel erop. Met nog zo’n 12 personen zijn we op ons gemak naar Ossendrecht gereden en gingen voor de lunch bij hotel “ de Blauwe Pauw”. Alweer een mooie tent met groot terras. Een aanbindplek voor de paarden was wat minder. We misten de touwen van Sandra en moesten nu een beetje stoeien met boomstammen. Sus was dit keer ook mee, maar zat nog niet helemaal in het ritme, want hij was halsters vergeten. Hij bleef dus op de paarden passen, terwijl wij achter een biertje en een hap doken. Effentjes later komt Sus toch ook aanlopen op de bekende Suswalk(John Wayne, met ratelende sporen). Op dit burgersterras trekt dat de aandacht en toch ook nog steeds de onze. ‘van wie is dat grijze peerdje aan de achterste boom’, vraagt Suus. Na wat puzzelen is iedereen het er mee eens dat het de overo/rode ruin van Ton moet zijn. ‘Nou die staat er nu niet meer’ vervolgt Suus z’n verhaal. Tijd voor actie dus, want het paard heeft zich losgebroken en is vertrokken. Sacha en Raf klimmen op hun, nog opgezadelde, paarden en gaan op zoek en gelukkig vinden ze hem terug in handen van wandelaars die hebben voorkomen dat ie een gevaarlijke, drukke provinciale weg over wilde steken. Afkloppen, dus maar weer en kunnen we onze lunch vervolgen. Het leven gaat gewoon door en eten en drinken zijn nou eenmaal belangrijke basis zaken in het leven. Een uurtje later zijn we terug in Huijbergen en met een moe, maar zeer voldaan gevoel kan ik afzadelen. Patron beseft het nog niet, maar is voorlopig klaar. Suus nodigt ons nog uit bij hem thuis voor een afzakkertje, maar ik bedank, wel met een beetje pijn in mijn hart, maar ik heb het gehad en ben echt gaar en wil me klaar maken voor de rit van 3 uur naar huis. Ik woon bij Amersfoort, maar moet Patron nog naar kootwijk brengen. Eerst natuurlijk nog even nakaarten en nagenieten met mijn gastheer en gastvrouw Raf en Nel. Het was heel fijn vertoeven op ‘estancia calle Montaña’, met elke morgen een vers gekookt eitje van eigen kippetjes.
Op zo’n terugreis van een paar uur kun je zo’n weekend nog eens mooi de revue laten passeren. Mooie tochten gemaakt. Heel afwisselend en precies goed zo, wat lengtes betreft. Wie waren er en hoe heten ze ook allemaal alweer. Natuurlijk de harde kern; Raf, Elly, Connie, Yessica, Wil, Mathilda, Caroline en Ton, die er bijna altijd wel bij zijn. Dan hebben we ook nog; Suus, Sacha, Maurice, Mike, Linda, Nausika, Magda, Birgit, Marianne, Angeline, Frederique, Yvette, Ronald, Els, Patricia, Marion, Lieke, Lisette, Karin, Pauline, Ad, Hugolito, Marcos, Andy en Anke. Sandra niet met paard, maar wel degelijk aanwezig. Marcos had 4 paarden meegenomen en daardoor werd er nog wel eens van paard gewisseld en had Karin de mogelijkheid kennis te maken met de criollos, door een dagje mee te rijden. Ook Ronald en Els hadden 4 paarden bij zich en konden steeds wisselen en gasten mee laten rijden. Zo waren er wel meer wisselingen en elke dag weer andere mensen. Heeft Yvette ook kennis gemaakt met het grote groepen Criollogebeuren en ontdekt dat dit allemaal heel relaxed is en beslist niet eng of gevaarlijk. Verder viel het wel op dat Nausika en Magda met hun hoofd in hetzelfde verfpotje hebben gezeten en heb ik volgens mij het overo paard van Magda ook al eens meegemaakt op het Criolloweekend in Kootwijkerbroek(2008). Toen een ongeleid projectiel, zonder remmen, in handen van iemand anders. Zo’n weekend is vaak ook een ontdekkingstocht met je eigen paard. Voor nieuwe paarden kijken hoe ze op zo’n grote groep reageren en of je er zelf mee om kan gaan en het hanteerbaar is/blijft. Dit kunnen spannende momenten zijn. Ook nu was dat voor sommigen weer zo. Voor mij en Patròn was dit ook de eerste keer en zeker de eerste rit en vooral het eerste uur was Patròn heetgebakerd en is het balanceren op het randje. Hij blijft gelukkig te corrigeren en hanteerbaar en vanaf dag 2 eigenlijk probleemloos meedoen. Dit zijn goede leermomenten goed voor het vertrouwen van beiden in elkaar. Om 20.00 ben ik in Kootwijk en kan Patròn zijn wei in en heeft voor de rest van de week geen last meer van me. Trailer schoon maken en naar huis. Huijbergenaren bedankt en vooral Elly voor het beschikbaar stellen van de Kloek en de vele uren die je er, volgens mij, in gestopt hebt. Het was allemaal perfect.
Groeten, Paul
Foto's zijn te zien op; https://picasaweb.google.com/109614704974643505319/CriolloweekendHuijbergen?authkey=Gv1sRgCIKXqKjT59id6gE#

zondag 28 februari 2010

Nieuw paard


Buck

Het is Vrijdag 15 mei 2009 en om 05.00 uur gaat de telefoon. Ik heb een nogal uithuizige dochter en dit soort telefoontjes maken me, vooral op dit soort tijdstippen, klaar wakker.
`Met Johan`, zegt de stem van de boer waar Buck staat en vervolgt gelijk met de melding dat Buck weg is. `Hoe bedoel je, Buck is weg`, is mijn vertragende antwoord om het even tot me door te laten dringen. `Ik zie hem nergens en ik heb 2 keer goed gekeken`, is het duidelijke antwoord. `Ik kom er aan`, en schiet in mijn kleren.
Nou raak ik van deze melding niet direct in paniek, want Buck is wel vaker `s nachts aan de wandel geweest, doordat het hek niet goed afgesloten was. Juist hierdoor ben ik toch wel alert op het afsluiten en ik weet zeker dat ik gisteravond als laatste geweest ben en goed heb afgesloten. De boerderij staat aan een donkere landweg, waar toch met regelmaat verkeer langs komt. Buiten het gevaar dat Buck aangereden wordt, moet ik er ook niet aan denken dat iemand dat grote zwarte gevaarte op zijn schoot krijgt, want in het donker zie je hem niet-, of te laat lopen. Dat kan een ravage worden. Dus, ik hou er helemaal niet van als Buck `s nachts alleen aan de wandel gaat.
5 minuten later constateer ik, net als Johan, dat Buck weg is. Het is vreemd, want het hek is dicht en de omheining van de paddock/bak lijkt in tact. Hij zal toch niet gestolen zijn!
Kan dat haast niet geloven. Wie steelt er nou Buck!
Ik rij de weg een stuk langs, maar zie hem nergens. Het is ook nog stikdonker en ik besluit het om 08.00 nog eens te proberen. Dan is het licht en iedereen langs de weg is dan zeker wakker.
Het is heel goed mogelijk dat een boer hem gezien heeft en heeft vast gezet.
Om 08.00uur ga ik eerst naar een manege, 100 mtr. verderop. Daar maak ik de meeste kans. Hij is daar niet, maar men weet te vertellen dat hij 2 km. verderop bij boer Kok staat. Met koliek. Nou, dan is het Buck niet, want die was gisteravond laat nog helemaal fris en krijgt dan nog nauwelijks eten. `Jawel`, zegt Marc van de manege. `Zwart, drie witte voeten, een bles, korte staart, geen manen`. Ja, dat kan niet missen en ik ga er snel heen.
Ik weet niet wat ik zie, als ik bij boer Kok kom. Buck in de koliekstand, onder de blubber van het rollen, staat daar op een paddock verwilderd uit z`n ogen te kijken. Hij heeft ook schaafwonden aan z`n hoofd en benen. Hij is blij als ie me ziet en wil zo snel mogelijk met me mee en loopt het hek er bijna uit, want hij heeft het daar niet naar z`n zin. Ze hadden de boel met kettingen aan elkaar gebonden, omdat ie al verschillende pogingen had gedaan uit te breken en daarbij waren al wat paaltjes gesneuveld. Ook boer Kok was dus wel blij met mijn komst
Ik ga niet direct op Buck`s verzoek in, want ik wil toch eerst het verhaal horen. Hij is daar om 03.00 het erf opgelopen. Deze boer heeft gelukkig verstand van paarden en direct de dierenarts gebeld, omdat hij wel zag dat het niet goed zat. Buck krijgt een koliekbehandeling en verder afwachten. Het lijkt niet aan te slaan. Ik heb ondertussen ook al de DA gebeld en deze is alweer onderweg.
Buck krijgt nogmaals een behandeling en ik de boodschap dat het nu wel snel moet gaan werken, anders wordt het een penibele zaak. De darmen zitten wsl. verdraaid en dat is niet goed. Een mogelijke optie is snel naar Utrecht voor een operatie en dan nog is het maar afwachten of het zich goed hersteld. Met deze optie ben ik gauw klaar. Dat gaan we dus niet doen. Ik ga niet met zo`n ziek paard de trailer in en de weg op. Stel dat ik Utrecht haal en zo`n operatie slaagt; Buck is voor dat moment dan gered, maar blijft de kans heel groot dat ik verder met een chronische darmpatient zit. Het bijkomende kostenplaatje is voor mij ook doorslaggevend. De kosten daarvan beginnen bij € 3000,-. Ik ben hier vrij nuchter in. Buck is m`n maatje en in 4 jaar tijd ben ik zeer intensief met hem opgetrokken, staat de kilometerteller ergens tussen de 15- tot 20.000 km. en heb ik heel veel met hem gedaan, maar als het niet meer op een gezonde manier gaat, dan houdt het op.

Ik loop met Buck de paar km. terug naar de thuisboerderij in de hoop dat beweging de boel een beetje in gang brengt.
Eenmaal terug verslechtert de situatie echter snel. Buck kan bijna niet meer op z`n benen staan en staat daar te dampen van de koorts. De darmen geven geen geluid meer en wsl. is de boel binnen geknapt en is het daar een bende. Ik bel de DA nogmaals en vraag hem Buck in te laten slapen.
Deze is er alweer snel en bevestigt dat het een verloren zaak is. We zoeken een plek op het erf, waar ie niet in de weg ligt en de Rendac het kadaver makkelijk op kan pikken. Buck loopt gewillig, met z`n koppie omlaag, mee naar zijn slachtbank, want zo is het. Hij ondergaat het op z`n Buck`s. Wat moet, dat moet.
De dierenarts geeft hem een overdosis. De naald is nog niet uit de ader of Buck gaat door de knieen en met een diepe, zware zucht blaast ie z`n laatste adem uit.

Exit Buck.

Ik sta er daar een beetje onwerkelijk bij. Het gaat me allemaal even veel te snel. De situatie is te bizar voor woorden. Buck was met z`n 17 jaar nog niet zo fit als nu en over 2 dagen zouden we weer voor een paar maanden naar Frankrijk gaan. De bepakking staat thuis ingepakt te wachten op vertrek. Vervoer naar Frankrijk en een eerste overnachting is geregeld. Mijn werkzaamheden heb ik afgerond. We waren er klaar voor. Dacht ik.

Om de één of andere rede is er een knoop, of zoiets in zijn darmen gekomen. Mogelijk heeft er toch ook al een gezwel gezeten. We zullen het nooit precies weten, want ik laat dat niet onderzoeken. Ik zie daar het nut niet zo van in.
Van de pijn is hij gaan liggen rollen en dat heeft hij te dicht bij de omheining gedaan. Hij is met z`n benen in de planken omheining verstrikt geraakt. Met het los rukken heeft hij een plank half los getrokken en is zodoende buiten de omheining geraakt. Dat verklaart ook al die schaafwonden. Van de pijn in z`n buik is ie vervolgens aan de kletter gegaan.
Doodgaan is niet makkelijk


Nieuw paard

Één ding weet ik al heel snel zeker; Ik wil weer snel een nieuw paard. Buck was een best peerd met, voor mijn doel, uitzonderlijke kwaliteiten, die ik niet snel zal vergeten en mogelijk niet meer terug vind, maar hij is vervangbaar.
Ik realiseer me ook, dat het gedoe met paarden voor mij een manier van leven is geworden, waar in één klap flink aan gerammeld wordt. Dagelijkse(verzorging en gewoon kijken naar) en wekelijkse(vooral de ritten buiten) rituelen en ritmes vallen weg. Dat wordt afkicken en zoals het een goed verslaafde vergaat, heb ik daar geen zin in en dus nemen we er nog maar eentje.

Het idee dat ik een nieuw paard ga uitzoeken, brengt gelijk al een lichtelijke staat van opwinding bij me teweeg en zet de knop om. Het kind wordt losgelaten in een speelgoedwinkel en mag iets gaan uitzoeken.
Na 4 jaar intensief rijden en om me heen kijken, weet ik ongeveer wel wat ik wil en als ik Buck als uitgangpunt neem, weet ik wat ik graag weer terug zie en wat ik graag anders zou willen. De bekende plusjes en minnetjes.
Buck was een cool, 150% eerlijk, vriendelijk en betrouwbaar paard met een uitgesproken karakter. Zo van; ben jij goed voor mij, ben ik het ook voor jou. Het duurde lang voordat je over z`n grenzen ging en dan moest je ook oppassen. Hij gaf dat dan wel eerst duidelijk aan. Hij ging goed met zijn dominantie om. Hij was (bijna) altijd bereid om te werken en ging als een dieselmotor, altijd door. Het liefst dan wel in z`n eigen tempo, maar hij ging.
Dit zijn basiseigenschappen die ik graag weer terug wil zien in een volgend paard. Ter verbetering zou ik een meer wendbaar en voorwaartser paard willen met vlakke gangen. Van die mooie langzame vlakke galopjes, zie ik wel zitten. Buck had af en toe een verschrikkelijke galop. Stil staan, als een paard stil moet staan, vind ik ook wel een plus.
Als ik mijn lijstje zo terug lees, wil ik gewoon een super paard. Een Zorro paard.

De kleur, daar wil ik wel op inleveren en vind ik ondergeschikt. Uiteraard heb ik mijn voorkeur, want het oog wil ook wat. Als ik tóch kan kiezen vind ik ik een donker paard het mooist. Het hoeft niet egaal te zijn. Liever niet zelfs. Er mag best een pigmentvlek of een tekening in zitten. Ook weer niet teveel wit. Die bonte paarden lijken wel erg op een koe, vind ik.
Zo`n roze toet wil ik in ieder geval niet. Dat vind ik absoluut niet mooi en is me te kwetsbaar. Ik heb geen zin de hele zomer met een tubetje zalf op zak rond te lopen.
Een schimmel valt ook af. Dan moet je echt poetsen, om het toonbaar te maken. Dat is het mooie van donkere paarden. Een beetje afstoffen/afkloppen en het ziet er prachtig uit. Daar merk je pas, na het rijden, aan je vuile kleren, hoe smerig ze eigenlijk zijn.

Waar ga ik kijken voor een paard. Wordt het een vers paard van de handelaar of al een ingeburgerd paard van een particulier. Weer de bekende plusjes en minnetjes. Voor mij is erg belangrijk dat ik een paard heb die gelijk zonder problemen de trailer in gaat, omdat ik op de thuisboerderij eigenlijk alleen maar een beetje in de bak kan rijden en dat is niet mijn favoriete bezigheid. Voor een trailerbaar paard maak ik wsl. bij een particulier de beste kansen. Maar ja, wie verkoopt er nu een goed paard? Dat doe je niet zo snel. Ik heb een goede ervaring met Buck en hou me daar maar even aan vast. De prijs zal bij een particulier ook wel wat lager zijn en als ik een paar duizend euro uit kan sparen, ben ik daar niet vies van. Komt me op dit moment ook wel beter uit.

Op het Duitse criolloforum staat al enige weken een Vos, met een grote bles, te koop. Ruin, 11 jaar, 1,50 mtr. Een beetje grove bouw. Een Jerommeke om te zien. Op papier staat; wendbaar, vlakke gangen, gevoelig voor commando`s, luistert zeer goed en is verkeerszeker. Echt gauchopaard. Wel éénkennig. Geen probleem, want dat is een kwestie van tijd en dan mag ie bij mij ook éénkennig zijn. Klinkt goed en zoals ik al eerder zei neem ik de kleur op de koop toe, want een vos vind ik wel wat saai om te zien. De prijs is goed en hij loopt zo de trailer in.
Ik maak een afspraak en samen met Joan(eerste baasje van Buck) rij ik op een Zaterdag op en neer richting Munster, bij Hamburg.
Juan voldoet aan de beschrijvingen. Hij reageert wat anstig op toenadering en over zijn hele lichaam zie je wel littekentjes. Hij heeft een duidelijk `gaucho`werkverleden en zijn gebruiker is zichtbaar niet bepaald zachtzinnig met hem omgegaan. Zo gauw je er op gaat zitten, wordt het een machine. Nu zoek ik niet direct een machine, eigenlijk juist niet, maar het is wel heel fijn als een paard goed luistert. Je hoeft maar op een knopje te drukken en hij doet het en gaat eventueel overal dwars doorheen. Juan is een temperamentvolle jongen, maar controleerbaar.
Dat angstige en afstandelijke naar mensen vind ik niet zo heel erg. Ik vind mezelf een vriendelijke gaucho en zal ook dit gedrag op den duur wel slijten en heelt de tijd de wonde.

Binnen 2 weken heb ik dus weer een nieuw paard staan. Ik heb verder ook niet serieus meer naar andere paarden gekeken.
Na 10 dagen ontdek ik wat verdachte plekjes op z`n huid, w.o. een wratachig iets in z`n kootholte, welke gaat bloeden als je het aanraakt. DA erbij en na verder onderzoek blijkt het huidkanker en met name de plek in de kootholte lijkt moeilijk te behandelen.
Getver, daar zit ik niet op te wachten en wat mij betreft gaat Juan weer retour Duitsland. Daar heb ik niet voor gekozen. Frau Breudel geeft echter niet meer thuis en wil alleen nog via haar advocaat communiceren. Nou, dat moet dan maar. Dat zo`n mevrouw een eigen advocaat heeft, zegt al dat ze eerder met zulke bijltjes gehakt heeft.
Iedereen aan deze kant van de grens verzekerd me dat ik sterk sta. Duidelijk geval van verborgen gebreken bij overdracht. De voor aankoop keurende DA aldaar heeft ook gefaald, door het niet te zien, cq te vermelden. Ik kan mezelf wel voor de kop slaan dat ik niet wat kritischer gekeken heb. Ik ben te goed van vertrouwen geweest. Zo`n aardige mevrouw en in mijn ogen is elke dierenarts een objectief keurende arts, die z`n werk serieus neemt en een naam heeft hoog te houden.
Ik kan hier slecht tegen en het moment is ook niet geweldig. Eerst een dood paard en nu dit.
Gelukkig heb ik een verzekering voor juridische bijstand lopen, dus daar gaan we maar eens gebruik van maken en zet de zaak op de rails en zie verder wel wat er op me af komt,.
Juan krijgt vakantie, want daar ga ik niets meer mee doen. Zul je net zien dat ie door mijn toedoen iets krijgt. Dat risico wil ik niet nemen.
Daar zit ik dus wéér zonder paard. Als Marcos dit hoort, biedt hij me gelijk een paard aan.
`Kom maar halen, rij er mee, zet hem te koop in Holland en als ie verkocht is kom je een andere halen`, zegt ie. Dan snijdt het mes aan 2 kanten. Hij verkoopt paarden en ik heb een paard om te rijden. Dat is natuurlijk een heel aantrekkelijk aanbod, maar ik wil toch een eigen paard en een band met zo`n beest hebben. Zeker als ik straks toch weer lange trektochten wil maken. Een band met een paard hebben vindt een Argentijn maar raar. Waarom? Hij moet functioneren. Ik ben er ook slecht in om een dier weer weg te doen, waar ik net een band mee heb.

Het zet me wel aan het denken en besluit het én, én te doen. Ik koop een paard voor mezelf en neem er 1 extra mee om te verkopen.
Zo heb ik niets en zo heb ik dus 3 paarden. Wie heeft er nu drie paarden? Ik weet het, er zijn er genoeg die in zo`n situatie verkeren en de mogelijkheden daarvoor hebben, maar ik als ex-stads jongen moet nog aan deze status wennen.
El Moro neem ik alvast als vervanger voor Juan. Een fantastisch rijpaard met zo`n heerlijke langzame, luie, jog-achtige galop. Luistert zeer goed, is wendbaar, voorwaarts en snel. Verder moet ie nog een hoop leren, want hij is erg afstandelijk, moeilijk of niet te pakken, schrikkerig voor alles wat naar mens riekt en de trailer gaat ie ook niet zonder dwang in. Hij heeft wat dat betreft een beetje hetzelfde karakter als Juan, ofschoon die zo de trailer in gaat. Ook Moro verandert in een machine, zodra je er op zit. Die twee vinden elkaar al snel en Juan laat zich dus ook niet meer pakken en ze stimuleren elkaar in hun vluchtgedrag. Daar heb ik dus nog wat werk aan. Het is wel lastig, maar ik vind het ook wel een uitdaging om hier mee aan de slag te gaan. Nou ben ik helemaal geen Monty Roberts en heb me ook helemaal niet verdiept in Parelli -achtige omgangs methodieken, maar ik heb wel tijd en geduld en ik ben rustig in de omgang. Dat is volgens mij een belangrijke basis. Niks forceren, maar waar nodig en gevraagd, wel duidelijk wezen naar de paardjes.
De eerste paar weken verandert er weinig, maar dan gaat het stapje voor stapje bergopwaarts en een maand of 4 verder gaat het prima. Moro laat zich pakken, geeft voetjes, ik kan z`n hoeven zonder problemen bekappen en sinds kort loopt hij ook fluitend de trailer in.
Dat zijn leuke dingen voor de mens.

Het juridisch proces inzake Juan komt zeer traag op gang. Voordat het eindelijk bij een behandelend advocaat op zijn bureau ligt, zijn er toch eerst een paar pionnen van de verzekeringsmij. gepasseerd, die moeten beoordelen of zo`n proces kans van slagen heeft, voordat ze daar hun/mijn geld aan uit geven en zijn we toch alweer bijna 2 maanden verder. Ik moet er constant achterheen en de boel een beetje opjutten en uitleggen hoe het zit bij een paard.
Na 2 briefwisselingen tussen de advocaten van beiden partijen zijn we weer 2 maanden verder en nog steeds geen streep verder en lijkt het uitzichtloos. De tegenpartij geeft geen krimp en de rechter is de volgende stap. Dat kan wel weer minimaal een half jaar duren voordat ik aan de beurt bent. Mijn advocaat heeft ook geen goede hoop op een voor mij gunstige afloop. De Duitse wet zit in deze toch weer iets anders in elkaar dan de onze.
De medisch deskundigen alhier dateren de mankementen bij Juan toch al aanwezig bij overdracht en zou bij ons de verkoper het paard moeten terug nemen. In mijn koopcontract verklaart de verkoper dat het paard naar haar weten gezond is en verder niet verantwoordelijk kan zijn voor eventuele opspelende gebreken. Ik heb dit voor akkoord ondertekend en moet ik bewijzen dat mevrouw Breudel hierover gelogen heeft. Dat kan ik dus niet en zolang zij blijft zeggen `ich habe es nicht gewust` heb ik geen poot om op te staan. Dat over verborgen gebreken speelt daar in Duitsland verder zeer wsl. geen rol meer, volgens de advocaat.
Ik trek mijn conclusies en hou het voor gezien. Ik heb geen zin in nog een jaar ergernis en touwtrekken en neem mijn verlies, laat frau Breudel lekker gaarkoken in haar Munster, bij Hamburg en ga weer aan de slag met Juan, totdat ie omvaltHet lijkt er ondertussen op dat Juan, nu alweer 8 maanden verder, voorlopig niet van plan is om te vallen.
Zijn ,voor biopsy, weggesneden kankerplekjes zien er wonderwel goed uit en Juan gedraagt zich verder fit en gezond. De frons in het voorhoofd van de dierenarts staat ook op vraag-uitroepteken en verklaar ik Juan voor gezond en moet ie er weer gewoon tegenaan. Ik hou er, net als de dierenarts overigens, wel rekening mee dat het weer eens terug kan keren. Positief bekeken; misschien ook niet! De tijd zal het uitwijzen. Viva Juan.

Daar zit ik nu dus met 2 privépaarden, wat eigenlijk niet de bedoeling is en mijn gezonde verstand en portemonnee zeggen dat er weer eentje uit moet. Juan kan ik natuurlijk, met dit verhaal, niet verkopen. Dan moet ik dus toch met pijn weer afscheid nemen van Moro. Ik begin net een band met hem op te bouwen en zijn de fases van `nieuw paard` net voorbij. Ik probeer het nog op te lossen door voor Juan een kosten meebetalende bijrijder te vinden, maar die zijn er blijkbaar niet.
Als in januari Daniel, uit Oostvoorne, zich dan aandient als serieuze koper, moet ik er toch nog even overdenken en zoeken of er nog vluchtwegen zijn. Ik zie ze niet en hak de knoop door.
In februari breng ik Moro naar Oostvoorne. Ik weet dat hij daar in goede handen is, maar als ik daar wegrij en zie Moro daar met ,voor het eerst in z`n leven, een deken op z`n rug heel zielig staan kijken, voel ik me toch wel een beetje een verrader.

woensdag 18 november 2009

Nationaal park `De Hoge Veluwe`


Na een regenachtige week en nou niet echte aantrekkelijke weersvoorspelling voor zondag had ik wel wat afmeldingen verwacht. Maar niks ervan. 10 die-hards waren er en misschien was ik zelf de enige grote twijfelkont. Onderweg naar Otterlo gaat mijn telefoon. De naam van Mathilda verschijnt op mijn scherm. Ik had het al een beetje verwacht, want Mathilda is, in letterlijke zin, volgens mij nog wel eens de weg kwijt. Daar is geen TomTom tegen bestand. De laatste 3 criollo ontmoetingen heb ik al vaker dit soort telefoontjes gehad. ‘ We zitten in Ede, op kruispunt zus en zo en hoe moet ik nu verder’, klinkt de wakkere stem van onze blonde krullebol. Op de achtergrond hoor ik Sabine ook meedenken. Ik kan weinig betekenen voor de dames, want ik kom van de andere kant. Ik verwijs ze door naar Raph, want die zoeft daar ook nog ergens rond in zijn veewagen, met naast zich Marike en Suus in de cabine.
Ik installeer me als eerste op de grote parkeerplaats voor de ingang van het park in Otterlo. Het is lekker rustig weer met een waterig zonnetje. Kort na mij komen Fred en Trix met haar tinker uit Brabant oost. Op rij volgen Yessica uit Friesland, de 3 lieden uit Brabant zuidwest, Caroline uit Breda en na een kwartiertje en nog een belletje de Zeeuwse meisjes.Uit alle windstreken, zoals dat heet. Klasse natuurlijk, want het gros heeft er toch een paar uur sturen voor over om hier te rijden.
We zadelen snel op en omdat het inmiddels is begonnen met regenen gaan de regenjassen aan, de kragen omhoog en de hoed tot op de wimpers. Het elite korps gaat door de poort van het grote hek het avontuur van de Hoge Veluwe tegemoet.
We gaan eerst richting noorden omdat daar onze lunch ligt te wachten in de koperen kop. Het culturele goed van het park ligt daar ook zodat we daar zijdelings een beetje aan kunnen snuffelen. Op een grote heidevlakte stuiten we eerst op een groot monument Je ziet het al van verre. Het hele mooie van het park is dat je bijna overal vrij mag rijden. Dus we kunnen in een rechte streep over de heide op het beeld af galopperen. Het blijkt generaal de Wet te zijn. Deze man heeft ruim honderd jaar geleden als zuid Afrikaan daar ter plekke geschiedenis geschreven in de Boerenoorlog. Wat ie nu te zoeken heeft op de Veluwe is me niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk verbannen.
Ons volgende doel wordt het Sint Hubertus jachtslot. Dit pandje is door de bekende architect Berlage ontworpen voor het echtpaar Kröller-Müller. De koninklijke familie liet daar ook jaarlijks hun bloeddorstige gevoelens de vrije loop, door het afknallen van de nodige herten en zwijnen.
Door dat vrij rond rijden stuit je nog wel eens op een gaas hekwerk om de zwijnen uit een bepaald gebied te houden. Je moet dan op zoek naar een doorgangetje, middels een klaphek.We zijn één keer over zo`n wildrooster gegaan, maar ik hou daar niet zo van. De kans dat het paard daar met z`n tenen tussen 2 ijzers gaat staan met z`n tenen en z`n hoef beschadigd, vind ik erg groot. Met buck heb ik daar slechte ervaringen mee. Ik krijg dus pijn in m`n tenen als ik daar naar kijk. Het gaat gelukkig goed en het ene paard gaat het makkelijker af dan het andere.
Het jachtslot benader je over een mooi groot grasveld met daarachter een grote vijver en vervolgens het mooie slot. Het is een strak gazonnetje en ik snap nu dat je de zwijnen hier vandaan wilt houden. Nu hebben wij ons eigen wilde zwijntje bij ons in de gedaante van Sabine. Als die een beetje ruimte ziet gaan de remmen los. De prachtige plaggen vliegen je om de oren. Daar kunnen die grote zwijnsneuzen niet tegen op. Ik heb stiekum even rond gekeken of er geen boswachter op de loer lag. Het loopt deze keer goed af.
Met een grote boog door afwisselend landschap komen we bij de Koperen Kop voor de lunch.
Na de paarden op de voor hen bestemde plek te hebben aangebonden, bedienen we ons zelf in de voor ons bestemde plek en kunnen we de natte plekjes wat opwarmen.
Staatsscretaris van sociale zaken, Jetta Klijnsma, had waarschijnlijk het forum ook gelezen en wilde dit elitekorps weleens van nabij aanschouwen. Zodra er een tafelte naast ons vrij kwam, liet ze daar beslag opleggen om daar vervolgens plaats te nemen en de combinatie van paarden-, gauchos- en natte pakkenlucht op te snuiven. Ook graag wilde ze met Don Raphael op de foto. Nou is Raph nergens te beroerd voor en toonde zelfs zijn mooiste glimlach aan onze excellentie.

Na de lunch gaan we in zuidelijke richting. Dit is een zeer groot gebied met hele uitgestrekte open vlaktes. Afwisselend zand en heide. Aan de oostkant ligt nog een gebied met vennetjes
Het is wat moerassig en je moet er goed uitkijken, omdat er nogal wat kuilen en greppels tussen het hoge gele helmgras zitten. Dat uitkijken kun je het beste overlaten aan de paarden, want die zijn daar veel beter in dan wij. Teugels los en laat maar gaan. Ze zijn heel alert en doen geen stap verkeerd. Wil je relaxed rijden, dan kun je op veel plaatsen maar beter op de paden blijven.
Ik gaf al aan dat je bijna over al vrij mag rijden. Er zijn wat beperkingen. Er zijn rustgebieden voor grof wild en daar moet je uitblijven. Deze gebieden zijn gemarkeerd door bordjes om de 50 meter. Die kun je niet missen.
Je rijdt dan langs een gebied met de wetenschap dat daar binnen dus de wilde dieren zitten. En als je nog niets anders gezien hebt dan het paard onder je kont en dat van je buurman, dan krijg je jeuk en lonkt het avontuur, want je wilt graag oog in oog met een groep zwijnen of edelherten. Het liefst wil je ze aanraken en wil je ook weten hoe je paard daar op reageert.
Op een gegeven moment stuiten we weer op zo`n bord. Voor ons ligt een openstrook van 50 meter en vervolgens bos. Raph en ik rijden voorop en wij, de wijze oudsten van dit elitekorps, kijken elkaar aan en met een knik naar elkaar van `Dat moet kunnen`, gaan we op safari.
We zijn bijna bij de bosrand en daar is de vijand in een groene wagen. Je ziet ze de hele dag niet en op het moment suprême zijn ze daar. Vakwerk van de vijand natuurlijk, maar balen voor ons. Betrapt worden voelt niet lekker.
Ik probeer nog wat verzachtende smoesjes, maar daar zijn ze ongevoelig voor. We zijn in de meerderheid, maar zij hebben het recht en de macht aan hun zijde en dus sterker. We krijgen een bekeuring.
Dit houdt in; één van ons krijgt een bekeuring van €80,- en dat moeten we verder onderling maar regelen. Het is een ervaren man, want om voor iedereen een bekeuren uit te schrijven en dus 10 keer een discussie aan te gaan gaat zeeen van tijd en ergernis kosten. Ik doe daar ook verder niet moeilijk over.Ik ben ondeugend geweest en kom maar met dat ding. Klaar. € 80,- is wel veel en een volgende keer doe ik het denk ik toch maar niet meer.
We vervolgen onze weg braaf en genieten van prachtige vlaktes met vergezichten, waarover je heerlijk vrij kunt dwalen. Heel in de verte zie je af en toe een kleine kudde dieren lopen. Te ver om te kunnen onderscheiden wat het precies is. Eigenlijk hoort het ook zo. Als je persee dieren van dichtbij en op afroep wilt zien, kun je beter naar de dierentuin gaan.
Als je zoals nu een keer op korte afstand op wat dieren stuit is de euforie des te groter. We hebben 2 reeen van dichtbij gezien!
Tegen 5 uur zijn we weer op de parkeerplaats en wacht voor de meesten nog een eind autorijden in het donker en de regen. De dag eindigt zoals ie begonnen is.We mogen niet helemaal klagen, want `s middags hebben we het droog gehad. Vooral voor Caroline is het nog een spannende rit, want haar verlichting is niet in orde. Gelukkig is ze heelhuids thuis gekomen.
De Hoge Veluwe is een prachtig gebied, waar je zeker 2 dagen rond kunt banjeren en aantrekkelijk doordat je niet vast gebakken zitten aan de ruiterpaden. Je kunt een beetje avonturen over plekken met de mooie namen als; Siberie, de ijzeren man, de wolfskuilen of het weitje v/d pol. Allemaal geheimzinnige namen waar ongetwijfeld een verhaal aan vast zit. Ook deze keer weer een paar nieuwe gezichten. Nu van Trix en Caroline.

Paul

maandag 11 mei 2009

Rancho "Los paisanos criollos"

Dit is de criolloranch van Marcos Ferrarotti vlakbij het dorpje Beuerberg in Duitsland. Het ligt ongeveer 45 km. ten zuiden van Munchen en niet ver van het bekende ski-oord Garmisch Partenkirchen in de Duitse Alpen. Marcos is Argentijn, woont hier al zo`n 25 jaar en heeft hier zijn eigen bedrijf in bedrijfswasmachines, die hij door heel west europa installeerd. Marcos woont niet op de farm maar heeft 2 appartementen in het dorp. Het ene gebruikt ie als kantoor en in het andere woont ie samen met zijn vrouw Elba en zoontje Gringo.
Op uitnodiging van Marcos ben ik hier pas een weekend geweest. De uitnodiging ligt er al een tijdje, maar door de afstand van 850km. komt dat er telkens niet van. Zoals met veel dingen; Je moet het gewoon doen en dan valt het altijd wel mee. Ook nu ben ik blij dat er geweest ben.
Marcos heb ik 2 jaar geleden ontmoet in Cuxhaven(noord Duitsland). We zijn daar toen, met nog wat anderen, een aantal dagen met elkaar opgetrokken, uiteraard met paarden, en aansluitend was Marcos ook hier in Nederland bij de criollodagen van Jan de Koning en Rick Woudenberg. Sinds die tijd heb ik nog regelmatig contact met Marcos. Hij is een gezellige vent die met passie praat over Criollos en, als rechtgeaarde Argentijn, ook zijn mond vol heeft over vrouwen.
Ook Marcos is met paarden opgegroeid. Hij kan zich niet herinneren wanneer de eerste zit op een paard was. Gewoon, heel jong en waarschijnlijk bij pa voorop. Sinds een jaar of vijf importeert en verkoopt hij Criollos/Mestizos in Duitsland.
Momenteel heeft hij ongeveer 40 paarden lopen op de rancho en zijn er nog 10 onderweg. Enkele polopaarden, wat rasechte Criollos en voor de rest Mestizos, waaronder een tropilla van ik dacht 15 paarden. De rancho bestaat uit een aantal weilanden, paddocks, een stuk bos en een kleine rijbak. Naar mijn ruwe schatting zo`n 6 ha groot, licht glooiend terrein met uitzicht op de met sneeuwbedekte toppen van de Alpen.
Op het terrein staat een houten hut, met veranda. Deze is gezellig ingericht met Argentijnse paardenspullen. Veel mooie handgemaakte hoofdstellen, de bekende zweepjes en allerlei andere gebruiksvoorwerpen. Een houtkachel staat te knetteren in een hoek. Dat is wel nodig, want het is tamelijk fris buiten. Op de veranda staat een grote tafel en daarlangs wat banken met daarop schapenvachten. Aan de muur liggen, op wat steunen, een paar zadels. Voor de veranda staat altijd wel een paard opgezadeld en klaar voor gebruik; Want lopen doen we hier niet, zegt Marcos. Volgens mij gaat ie nog het liefst te paard naar de wc.
Kortom, de sfeer is goed.
Er staat nog een houten gebouw waarin ongeveer 10 boxen zijn en een grote overdekte ruimte, waar de paarden kunnen schuilen voor de weersomstandigheden. Verder is er nog een opslagschuur.
De tropilla staat afgezonderd van de andere paarden, momenteel op een aparte grote paddock, waar ook beschutting voor ze is. De weilanden liggen er nog wat grauw bij en moeten zichtbaar herstellen van een strenge winter. De natuur ligt hier duidelijk nog wat achter op ons. De paarden zien er ook net zo`n beetje uit als de weides. Dat komt ook wel omdat ze in de rui zijn. Ze zijn behoorlijk vermagert en bij velen zijn de ribben goed zichtbaar. Nou is dat niet zo erg, dat herstelt zich weer snel, want verder zijn ze gezond. Het is hier `s winters zo rond de -20 graden gemiddeld en volgens Marcos maken ze weinig gebruik van hun schuilplaats. De dierenbescherming is een keer komen kijken na een klacht van mensen. Marcos is daar vrij nuchter in; Ze kunnen binnenstaan, maar dat doen ze bijna niet en ik weet ook niet waarom ze dat niet doen, zegt ie dan en de dierenbescherming kan niets schadelijks ontdekken. Men is het alleen niet gewend. `s Zomers staan ze er veel meer in en zoeken ze bescherming tegen de zon.
Ik ben Vrijdag tegen het eind van de middag gearriveerd en ga na een lange autorit, een paar uur
gezelligheid en een pizza vroeg naar bed, want ik ben behoorlijk gaar. Zaterdag gaan we er weer fris tegen aan.

De Zaterdag beginnen we de dag met een ontbijt bij de lokale bakker. Er staan 3 tafeltjes in een klein zaakje, waar iedereen elkaar kent. Je kunt er een kop koffie en heerlijke broodjes krijgen, geserveerd door een meid met een goed voorkomen!(woorden van M.).
Als je 40 paarden hebt lopen valt er genoeg te doen. Daar Marcos doordeweeks ook z`n werkzaamheden heeft, moet het grote werk in het weekend gebeuren. We gaan dus eerst de paddocks strontvrij maken en nieuwe hooirollen plaatsen. Paarden eruit, paarden erin. Ik vind dit allemaal wel leuk werk. Als je dit vervelend vindt, moet je volgens mij ook niet aan paarden beginnen. De paarden terug gaat niet helemaal vlekkeloos
Marcos heeft een paar paarden uit de tropilla in de andere groep heeft gezet, met als doel ze wat los te weken van de tropilla. Deze willen nu niet terug. Dat is de pest van een tropilla. Ze klitten erg aan elkaar.
Marcos gebruikt voor het drijven het liefst een kleine criollo die hij momenteel heeft lopen. Het beestje is maar 1,32 groot, maar is multifuntioneel. Gisteren reed er een klein meisje op en nu gebruikt ie `m voor het grove werk. De paarden hebben goed respect voor de pony en gaan vlot aan de kant. Marcos geeft nog een extra demonstratie weg. Hij pakt 2 grote criollos en bindt die aan het zadel van de pony en galoppeert hiermee over de weg,die voor de ranch loopt, tussen het verkeer door. De automobilisten zijn hier niet helemaal gelukkig mee, maar dat vindt Marcos juist leuk. Het kleine paardje en het kleine mannetje zie je bijna niet terug achter die grotere paarden. Als afsluiter rijdt ie het beestje nog even de veranda op om het meubilair recht te zetten.


Marcos heeft mooie paarden lopen. Deze paarden komen ook met de boot, maar het grote verschil is dat hij ze zelf in Argentinie uitzoekt. Hij komt hier nog regelmatig. De meeste paarden komen van een bevriende estancia, waar de paarden geboren en getraind zijn. Ze hebben er ook allemaal gewerkt en is de geschiedenis van deze paarden bekend. Ik heb de dossiers van de paarden gezien. Hierin staat vermeld; de geboortedatum, afstamming, wat voor werk ze gedaan hebben, door wie ze gereden zijn en wat er evt. daarna mee gebeurt is. Bijv; 1 paard had 2 jaar koeien gedreven en vervolgens is het zoontje van de patron er nog een jaar heen en weer mee naar school geweest. Er zijn foto`s(ook actiefoto`s) vanuit Argentinie aanwezig. Van sommige zelfs een filmpje. Volgens Marcos zijn het allemaal goed getrainde, gezonde, kwaliteitspaarden. Zo`n training duurt een half jaar. De gauchos die daar werken, willen alleen maar goede paarden. Het is hun gereedschap, dus daar moeten geen mankementen aan zitten. Het verschilt nog wel; de ene of de andere estancia en training. Dit zijn bijna allemaal Mestizos.
Criollos of Mestizos, Marcos maakt daar ook niet zo`n onderscheid in. Een goed paard is een goed paard en bij beiden heb je goede en slechte en waarom zou je voor een slechte kiezen, als je voor hetzelfde geld een goede kan krijgen. De prijzen van de paarden zijn bij Marcos vanaf zo`n € 6.000,-. Volgens hem bepaalt de kwaliteit zijn prijs.
We bespreken samen ook de mogelijkheden om zijn paarden in Nederland te verkopen. Er is een grote kans dat er binnenkort bij mij in Hoogland een paar van zijn paarden voor de verkoop gestationeerd worden.


TROPILLA


Nou ben ik natuurlijk niet helemaal naar zuid Duitsland gereden om stront te scheppen. Kan ik thuis ook wel. Ik wil ook rijden en ik kom ook hiermee ruim aan mijn trekken. We zouden samen de hele middag gaan rijden, maar Marcos krijgt plotseling visite en ga ik alvast wat paarden uit proberen op het terrein. Marcos is allang blij als er wat gereden wordt, zodat de paarden een beetje aan het werk blijven, want 40 paarden afrijden in je uppie is niet te doen.
Het is kicken geblazen. De paarden zijn allemaal fris en willen wel, maar luisteren perfect naar de commando`s. Dus geen probleem. Ze zijn uiterst wendbaar en springen heel makkelijk in een andere galop en staan vlot stil. De praktische handelingen, zoals een hekje openen, gaat ook goed. Dat is dus heerlijk rijden. Dat ken ik niet van mijn Buck. Nou, is die natuurlijk allang geen gauchopaard meer(als ie het ooit geweest is) en gaat al jaren alleen maar kilometers rechtuit en af en toe is links-of rechtsaf. Als ie dat werk vroeger ook gedaan heeft is hij dat dus even kwijt. Als ik nu met hem in galop ga slalommen, breekt hij alle vier zijn benen. Hij heeft andere kwaliteiten, zal ik maar zeggen. Alhoewel ik de laatste tijd wel met hem oefen om hekken open en dicht te maken en hij dit, na een paar keer flink tegensputteren, ook leuk gaat vinden en de hekken nu zelf opzoekt en ze er bijkans vanzelf uitloopt. Het kan dus nog wel.
Als de visite ook een paard heeft gaan we nog even barrelracen. Op een groot terrein staan wat staken opgesteld, waar we doorheen slalommen. Dikke schik allemaal. Het kleine criollootje wint met overmacht.






Als de visite weg is gaan Marcos en ik nog samen op pad richting Starnberger See. We moeten even een stukje langs de weg en het paard waar ik nu op zit, kijkt nog met zeer veel wantrouwen naar allerlei dingen langs de weg en maakt nog royale bochten langs de putdeksels. Hij komt vandaag voor het eerst van het terrein af, zegt Marcos. Ja, dat moet ook een keer gebeuren. Na 5 putdeksels en even flink snuiven worden de bochtjes al minder en op de terugweg loopt ie er gewoon overheen, alsof hij niet anders gewend is. We gaan bergachtig terrein in met paden van alleen maar steenslag. Alles op de blote voeten en daar hebben ze toch ook wel last van. Op z`n Marcos gaat bijna de hele rit van ruim 2 uur in galop. Alleen bergje af gaat stapvoets. Daarna klinkt het “vamos”. Mijn paardje heeft een vlakke galop en dan kun je dat ook makkelijk lang uitzitten.
De Starnberger See is een schitterend meer, met prachtig uitzicht op de Alpen. Het is een beetje nevelig, dus is alles niet even scherp en helder. Jammer. Het zomerseizoen is nog niet begonnen en kunnen we dus even pootje baden.
Op de terugweg komen we een verdwaalde mountainbiker tegen. Daar de weg moeilijk uit te leggen is, nodigt Marcos hem uit om ons te volgen. `We zullen langzaam rijden`, zegt ie. In de praktijk is dat dus een iets langzamere galop. De man sterft duizend doden en moet diep in zijn conditie buidel tasten. Bergje af kan ie ons weer inhalen, maar zo gauw het weer enigszins vlak is klinkt het `vamos` weer. Na een aantal km. vraag ik toch een beetje bezorgt aan de man of het wel gaat. `Dieser pferden sind drogiert` komt er nog een beetje piepend uit de man. Marcos kijkt heel verbaasd, dat de man het zo moeilijk heeft. Hij heeft, denk ik, zelf nog nooit op een fiets gezeten.
Gelukkig voor de man, scheiden onze wegen bijna.
We moeten een beetje opschieten, want om 18.00 staan er mensen te wachten die kennis willen maken met de criollos. Het laatste stuk galopperen we ook gewoon over de weg met de auto`s mee. Twee jonge mensen staan al te wachten en krijgen een uitgebreide rondleiding en mogen een proefrit maken. Marcos vraagt of ik dat wil doen, want dan gaat hij even iets anders doen. Na een half uur heeft hij alweer een ander paard gepakt,sluit zich bij ons aan en doet weer enthousiast mee.

Om 20.00 zijn we klaar en ga ik met de familie Ferrarotti nog een hap eten. Voordat we naar bed gaan neem ik al afscheid van hen, omdat ik de volgende dag om 08.00 al vertrek richting Nederland.
Op de route naar huis woont, na zo`n 50km, Angelika met haar criollo. Haar ken ik van een ander criolloweekend in Duitsland. Ik ga bij haar nog ontbijten en koffie drinken, voordat ik weer een hele dag achter het stuur moet. Ook Angelika laat mij nog even op haar paard rijden. Het contrast tussen het luxe, enigszins gedomesticeerde, inmiddels met 2 handen gereden paard en de werkpaarden van Marcos is voor mij nu direct waarneembaar. Bij de eerste is, naar mijn gevoel, het vuur een beetje gedoofd en doet het paard plichtmatig z`n nummertje, terwijl bij de tweede de werklust en fitheid er afspringen. Het kan natuurlijk toeval zijn. Het is tenslotte Zondagmorgen en nog redelijk vroeg.

Het was een intensief, maar leuk, gezelllig en vooral ook leerzaam weekend. Van een man als Marcos kun je een hoop leren. Hij legt je graag dingen uit en geeft aanwijzingen. Natuurlijk is het ook leuk om, relatief dicht bij huis, in de Argentijnse paardenkeuken te kijken. Bij ons in het westen wordt er kritisch en nogal eens veroordelend naar de Argentijnse wijze gekeken. Van mij mag het af en toe ook een tikkeltje minder, maar vooral de nuchtere kijk naar paarden heeft een hoop goede kanten. Een paard kan hier, naast z`n werk, ook nog paard zijn. Het staat daar veel dichter bij de natuur en kan daar nog leven in zijn eigen sociale wereld. Niks geen gedomesticeerde paarden daar aan de overkant. Het maakt de paarden zoals wij ze waarderen en graag zien en de mond vol van hebben. Je kunt eindeloos discussies houden over goed of slecht. Zoals wij hier in het westen met paarden omgaan is net zo discutabel. Van alles het goede er uitpikken, is het mooiste, maar ja, wat is het goede!





* het websiteadres van rancho los `paisanos criollos` is;
http://www.rancho-los-paisanos-criollos.de/
- Marcos geeft ook trainingen in Gauchorijden.



Paul