Koeien drijven in de Dintelse Gorzen
De Dintelse Gorzen is een natuurgebied van ruim 500 ha. en
ligt in zuid-west Brabant, nabij Steenbergen aan het Volkerak. Dit gebied is
na de afsluiting van de Philipsdam droog komen te liggen. Eb en vloed verdwenen
en in de voormalige hoge schorren en lager gelegen slikken kwam nieuwe, unieke
natuur terug. De bodem in het natuurgebied is afwisselend zoet en zout en dit
levert veelzijdige begroeiing op. In de lage slikken vind je nog altijd
zoutminnende zeekraal en lamsoor. In de vroegere schorren vind je wilgen, vlier
en duinriet.
Het is een ruige vegetatie en de groei wordt in toom
gehouden door zo’n 70 Shetland pony’s en
ongeveer 200 schotse Hooglanders, die daar in het wild leven en grazen.
Het welzijn van deze dieren moet echter wel begeleid
worden door ons mensen. Om inteelt te voorkomen worden jaarlijks de jonge
stieren verwijderd, of gecastreerd, en worden alle dieren ge-ent en ontwormd.
Dit gebeurt in het najaar. Deze dieren zijn alleen te vangen met behulp van
mensen te paard, die het vee bijeen drijven en daar ga ik dit jaar ook aan
meedoen. Het lijkt me geweldig om door deze natuur vrij te mogen bewegen en
natuurlijk ook een uitdaging om mee te doen aan het koeien drijven met mijn, ooit
voor dit werk getrainde, paard Juan.
Ik ga mee met Raph, die in de buurt woont en zulke
klussen al eerder gedaan heeft. De verwachting is dat we hier wel het hele
weekend mee bezig zijn.
Omdat we zaterdagmorgen vroeg beginnen, meld ik me
vrijdagmiddag bij Raph thuis, waar ik dan ook logeer.
Bij de Gorzen voegen we ons bij nog eens 11 mannen/vrouwen.
Bijna iedereen met een Quarterhorse. Volgens mij komen ze uit Dordrecht.
Natuurlijk is onze enige echte Nederlandse Cowboy, Suus, ook aanwezig en is, samen
met Rikkert, de oppercowboy en zij zetten een beetje de lijnen uit voor
vandaag.
Dat is goed, want je moet wel een plan hebben en af en
toe gestuurd worden, anders gaat het niet lukken.
De Gorzen is een buitendijks gebied. Aan 2 zijden zijn
er dijken, 1 zijde de Dintel en nog een zijde aan het Volkerak. We gaan de
koeien vanaf de waterzijdes richting oostelijk gelegen dijk drijven en vandaar
uit langs de dijk naar de hoek waar de veekraal ligt. Dit is een redelijk goed
begaanbare en overzichtelijke strook land.
Een voordeel met het drijven is dat er langs de dijk een afrastering is,
zodat die kant afgedekt is.
In de hoek van de Dintel en het Volkerak aan de
westkant, heb je een ruig en soms moeilijk begaanbaar gebied met dichte
bossages en watertjes en aan de noordkant de uitgestrekte vlakke slikken,
begroeit met een soort helmgras.
De koeien leven niet in 1 grote kudde, maar verdelen
zich in kleine groepen. Dat is dus zoeken geblazen.
We beginnen in het moeilijkste gedeelte en gaan eerst de
bossen in. We splitsen ons op in kleine groepjes en systeemmatig kammen we het
bos uit, maar vinden daar geen koeien.
Op een soort Schiereiland zien we in de verte een kleine kudde lopen en die
staat genoteerd en halen we later op.
Gelukkig is het ondertussen opgehouden met regenen en
klaart het weer op en dat maakt het toch wel een stuk aangenamer.
Na een klein uurtje komen we de eerste koeien tegen
als we het bos verlaten. Tussen het bos en de oostelijke dijk is een brede open
strook van, ik schat zo’n 500 meter en daar lopen heel verspreid verschillende
groepjes koeien. De positie is gunstig. We houden ruim afstand, om ze niet af
te schrikken en wachten tot iedereen er weer is en positie heeft, voordat we
gaan drijven. Dat duurt ongeveer 20 minuten en dan rukken we langzaam op. We doen
alles stapvoets, want als de koeien gaan lopen rennen raak je de controle kwijt
en dikke kans dat ze ontsnappen. De dik begroeide bodem is zeer ongelijk, met
greppels en kuilen, dus dat nodigt ook niet uit om eens lekker te gaan
galoperen. We rijden over de oude zeebodem en de oude watergeulen zijn nog
duidelijk zichtbaar. Wel ontzettend mooi en vooral heel puur. Dik genieten dus.
Je krijgt de neiging om het tempo op te schroeven en
de koeien wat meer onder druk te zetten, maar Suus en Rikkert houden het goed
in de gaten en fluiten je terug. Het is zaak om een koe voor je te houden en
vooral niet voorbij de flank te komen, anders geef je ze kans om onder je door
te duiken. Door dat gesjok lijken de koeien zich er in te berusten, maar dat is
een valkuil, want ze houden het wel degelijk in de gaten en als er maar een
gaatje valt duiken ze daar in. Dat gebeurt toch met regelmaat en moet je zo’n
koe ook weer opvangen en terug brengen in de kudde. Dat is ook wel weer het
leuke, want dan heb je wat actie. Toch ontsnappen er op deze manier
verschillende koeien en als ze eenmaal in het bos zitten, kun je het verder wel
even vergeten, als je maar met een paar drijvers bent. We zijn natuurlijk ook
nog niet helemaal op elkaar ingespeeld en ook niet allemaal ervaren. Toch gaat
het aardig goed en raak ik snel vertrouwd met het drijven.
Voor de veekraal is een omheind stuk wei, met een
ruime afsluitbare opening, dat als een fuik is opgebouwd en vandaar uit moeten
ze nog door een hek naar een kleine weide. Dat laatste daar hebben ze niet
allemaal zin in en daar heb je dan wat stuurmanskunsten nodig om dat voor
elkaar te krijgen. Hier laat Ramon zien waar ie is opgegroeid en weet in volle
galop een koe, vlak voor de opening, zo om te drukken dat het beest maar 1 kant
op kan en dat is door het hek heen. Daar hebben de cowboys wel respect voor en
gaucho Ramon ontvangt dat met een grote grijns. Mooie goser.
We gaan vervolgens voor de kudde, die we op het
schiereiland gezien hebben. Dit gaat vlekkeloos en na aflevering is het tijd
voor een pauze en een hapje eten.
Rapholito had ‘s morgens vroeg bij de warme bakker
lekkere worstenbroodjes gehaald en met een biertje erbij en een zonnetje op de
kop gaat het helemaal goed.
Na de pauze rijden we naar het verst gelegen deel aan
de noordkant. Daar is een uitgestrekte grote vlakte begroeit met een soort
goudgeel helmgras. We kunnen helemaal langs de dijk rijden. Dicht langs de dijk
is alleen wat gras en dus kunnen we hier een groot stuk in een rustige galop
overbruggen. Onderweg stuiten we op de kudde Shet hengsten en daar lopen een
hoop macho’s tussen, die hun territorium wel willen verdedigen. Tjonge, wat
kunnen die beesten een herrie maken. Ze zijn druk met ons en tussendoor zijn ze
ook nog onderling aan het bakkeleien. Ze zijn allemaal zwart en zien er goed
uit. D’r lopen aardig gespierde Jerommekes tussen. Al te opdringerige types
moet je echt met de rebenque even van je af slaan.
De grote vlakte is schitterend en met de af en toe
donkere wolken erboven geeft dit een mooi plaatje. De bodem is mooi vlak en een
beetje sompig door de vele regen. Toch kun je hier prima over galoperen. We
vinden nog een kudde koeien en brengen die ook naar de veekraal.
Het is al ruim in de middag en de meeste koeien hebben
we wel binnen. Er lopen nog een aantal ontsnapte koeien en ongetwijfeld zullen
we er nog wel een paar gemist hebben.
We besluiten er voor vandaag mee te kappen en morgen
met een groep nog een keer door het gebied te gaan en proberen de rest ook
binnen te halen.
De zondag is zo’n typisch mooie herfstdag. Lekkere
frisse lucht en een strak blauwe hemel. De groep drijvers is grotendeels van
samenstelling veranderd. Ronald, Els, Pauline, Ad en Davey hebben een deel van
de open gevallen plaatsen opgevuld. We kunnen noch wat koeien vangen, maar er
ontsnappen er toch ook wel weer een aantal.
Ze zitten in het bos en we vinden ze niet zo snel meer
terug. Die hebben dan geluk gehad, want daar gaan we verder niet meer
achteraan.
We sluiten het weekend af met een drankje en rond
14.00 gaat Juan de trailer in en gaan we huiswaarts.
Het was een schtitterend weekend en ik heb voor 200%
genoten van het rijden in deze pure natuur en het koeiendrijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten